Eén van de bekendste koningen uit de Middeleeuwen was Karel de Grote.
Karel leefde van 742 tot 814. Men weet niet precies waar hij geboren is. Zijn vader heette Pippijn III en zijn moeder Bertha "met de grote voeten".
In de Middeleeuwen hadden mensen geen achternaam. Om toch duidelijk te vertellen wie men bedoelde, gaf men sommige mensen een bijnaam.
Zo werd Karel later "Karel de Grote" genoemd. Waarschijnlijk omdat hij zo'n goede koning was en misschien ook wel omdat hij lang was. Men denkt dat hij misschien 1 meter 92 was en dat was heel lang in die tijd !
Karel had ook een broer. Die heette Karloman. Met z'n tweeën erfden ze allebei een deel van het grote Frankische Rijk. In 754 werden Karel, Karloman en hun vader (koning Pippijn III) gekroond door de paus. De paus is de baas van de Katholieke kerk.
Dit kaartje toont het gebied dat van koning Pippijn III was. Hij was de vader van Karel de Grote. In 768 stierf hij. Zijn 2 zoons kregen ieder een stuk.
Karloman, de jongste, kreeg het mooiste stuk land. (o.a. grote delen van Gallië, dat later Frankrijk zal gaan heten) Karel de Grote kreeg West-Gallië (Nederland, België en het westen van Duitsland) In deze gebieden werd bij de grens van het rijk voortdurend gevochten.
Karloman stierf al in 771. Toen probeerde Karel de Grote ook de gebieden van zijn broer te krijgen. Hij sloot de erfgenamen op in een klooster en kreeg zo alleen het bestuur van het Frankische Rijk in handen.
Vanaf het jaar 771 heeft Karel de grote steeds oorlogen gevoerd tegen verschillende volkeren. Op het kaartje hiernaast zie je welke gebieden hij allemaal veroverde.
Karel vocht vooral omdat hij steeds geld nodig had. Er was een dienstplicht. Dat betekende dat je verplicht in het leger moest. Behalve als je een vrouw was of invalide of te oud. Wie moest vechten, moest voor 3 maanden voedsel en voor 6 maanden kleding, wapens en gereedschap meebrengen.
Rijke heren wilden natuurlijk niet vechten. Zij stuurden een armer iemand. Deze arme man kreeg dan betaald voor zijn werk als soldaat. Er werd alleen maar in de zomermaanden gevochten. Want 's winters waren de wegen te slecht. De boeren hadden dus een probleem. Ze konden niet de oogst binnenhalen van het land, want dan moesten ze vechten ! En je kreeg er nog niet eens voor betaald ! Een boer kon alleen maar hopen dat zijn leger won en flink wat buit had gemaakt. Buit betekent dat je alles inpikt wat van je tegenstander was.(bijvoorbeeld geld, sieraden, vee en voedsel)
Karel de Grote begreep dit probleem van de boeren. Hij bedacht een nieuwe wet die ervoor zorgde dat niet alle boeren hoefden te vechten. Zo konden er nog een paar thuis blijven om de oogst binnen te halen.
Karel de Grote heeft heel vaak met een leger gevochten. Tijdens zijn regering werden er 55 tochten gemaakt. Alleen in 790 en in 807 werd er niet gevochten.
De lastigste tegenstanders van Karel de Grote waren de Saksen. Dit volkje leefden vlakbij de rivier de Elbe (in Duitsland) De Saksen bestonden uit verschillende stammen en er was niet echt één leider. Vaak drongen de Saksen het gebied van Karel de Grote binnen en plunderden daar. Ook wilde Karel dat iedereen Katholiek (Christelijk) werd. De Saksen weigerden dat.
Pas na 18 veldtochten wist Karel de Saksen te verslaan. Ze werden hard aangepakt. Op 1 dag liet Karel 4.500 Saksen vermoorden !
Steeds kwamen de Saksen in opstand. Ze moesten veel belasting betalen. Ook werden ze gedwongen om Christen te worden. Wie zich niet tot het Christendom wilde laten bekeren, werd gewoon gedood ! Je begrijpt zeker wel dat onder Karel de Grote er veel mensen christelijk werden...
Karel de Grote liet zijn legers vechten tegen tegenstanders van de Katholieke Kerk. Zo viel Karel de Grote de Longobarden in Noord-Italië aan, omdat de paus z'n hulp vroeg. En in Spanje werd er gevochten tegen de Mohammedanen (Islamieten). De Islamieten zaten in Spanje en dit land grensde aan het rijk van Karel.
In 800 ging Karel naar Rome. Daar woonde de Paus, de baas van de Katholieke Kerk. De paus had ruzie met de rijke heren uit Rome en Karel de Grote moest hem komen helpen.
De Paus heeft Karel de Grote toen gekroond tot keizer. Een keizer is nog belangrijker dan een koning.
Hiernaast een afbeelding van Karel de Grote als keizer.
Karel was niet niet zo blij met deze onverwachte kroning. Hij had zich liever zelf gekroond ! Nu leek het net alsof de Paus nog machtiger was dan hijzelf !
Kijk hier naast om precies te zien welke volken Karel de Grote veroverde en waar Karel vaak voor korte tijd woonde.
Karel de Grote had een enorm rijk en dit grote land kon hij nooit in z'n eentje besturen. Hij deelde zijn rijk op in kleinere stukken. (Net zoals ons land verdeeld is in provincies) Alleen noemde Karel ze geen "provincies", maar "gouwen". Hij stelde voor iedere gouw een belangrijke man aan. Meestal waren dit rijke edelen of belangrijke bisschoppen. (Bisschoppen zijn belangrijk in de Katholieke Kerk.)
Deze tekening laat zien wat gouwen zijn. Ieder kleurtje is een gouw. Op iedere gouw is iemand de baas voor Karel de Grote. Zo iemand wordt een "leenman" genoemd. Die leent de grond van Karel de Grote (de leenheer)
De leenmannen waren meestal rijke edelen, graven of gravinnen of bisschoppen. Een gebied dat veroverd was of dat aan de grens van het rijk lag, werd bestuurd door een generaal die daar baas was over het leger.Zo'n speciale gouw werd ook wel een "Mark" genoemd. En de generaal die daar dus de baas was, werd een "markies" of een "markgraaf" genoemd.
De leenmannen moesten natuurlijk precies doen wat Karel de Grote wenste. Om dat te controleren waren er ook "zendgraven". Zendgraven moesten alle graven gaan controleren of ze zich wel aan de regels hielden. Meestal gingen er twee zendgraven tegelijk op pad. De ene was een hoge geestelijke (van de Kerk) en de ander een hoge edelman. Met z'n tweeën trokken ze van de ene gouw naar de andere om te kijken of alles verliep zoals was afgesproken.
Als bijvoorbeeld een Graaf zich niet hield aan de hoogte van de belastingen, schreven de zendgraven dit op. Zo bleef Karel de Grote op de hoogte van wat er in zijn rijk gebeurde.
Eén keer per jaar kwamen alle belangrijke bestuurders bijeen in Aken. Deze plaats was de hoofdstad van het rijk van Karel de Grote. (Aken ligt in Duitsland) Tijdens de jaarlijkse Rijksdagen werden belangrijke vergaderingen gehouden over bijv. oorlog, vrede, wetten, regels, belasting en het Katholieke geloof.
Karel liet alle regels en wetten opschrijven. Dit is zijn handtekening. Waarschijnlijk heeft Karel geprobeerd om te leren lezen en schrijven, maar het is 'em waarschijnlijk niet gelukt.
Eén van de regels die Karel maakte, ging over de landbouw. Het werd het "drieslag-stelsel" genoemd. (zie plaatje hiernaast) Veel boeren gebruikten ieder jaar hetzelfde stukje grond om te zaaien en te oogsten. Maar dat is niet goed voor de grond. Op den duur raakt de grond "uitgeput" en is de oogst steeds minder. Karel de Grote maakte nieuwe regels voor het gebruiken van de grond. Eens in de drie jaar mocht men niets verbouwen op het land. Het land kreeg dan een jaar rust. Hierdoor werd de opbrengst beter.
Al eerder werd de stad Aken genoemd. Toen Karel oud was, verbleef hij vaak in Aken. De plaats lag mooi midden in zijn rijk. Hij liet er een prachtige kerk bouwen, de Mariakerk. Toen de gezondheid van Karel wat minder werd, maakte hij gebruik van geneeskrachtig water, dat in Aken was. Karel woonde in Paltzen. Een paltz is een versterkte koninklijke boerderij. Het woord "paleis" komt van het woord "paltz". Hiernaast zie je hoe de paltz in Aken eruit zag.
Karel de grote probeerde van zijn rijk een eenheid te maken. Daarmee wordt bedoeld dat iedereen als één volk zou kunnen leven. Er zou dan maar één taal zijn, één godsdienst en één wetgeving. Zo probeerde Karel een nieuwe munt in te voeren. Want in zijn rijk waren er verschillende munten van verschillende waarden. Dit was niet goed voor de handel. Helaas is het Karel niet gelukt om de munt echt in te voeren.
Ook was Karel de Grote de bedenker van het onderwijs. Er kwamen voor het eerst scholen. Alleen kinderen die later in de Kerk wilden werken, kregen les.
In 806 was Karel te oud om nog te regeren. Hij verdeelde zijn land onder zijn drie zoons : Pippijn, Karel en Lodewijk. In 810 overleed Pippijn en in 811 Karel. Nu was alleen Lodewijk (de Vrome) over. Hij werd de nieuwe koning over alle gebieden. In 813 kroonde de oude Karel de Grote zijn zoon Lodewijk de Vrome tot keizer.
Lodewijk de Vrome dankte zijn bijnaam aan het feit dat hij erg godsdienstig (vroom) was. In 839 volgden drie zoons hem op.
In 843 zag de kaart er zo uit :
Het West-Frankische Rijk was voor Karel de Kale.
Het Midden-Frankische Rijk was voor Lotharius.
Het Oost-Frankische Rijk was voor Lodewijk (de Duitser)
woensdag 7 september 2011
Karel de Grote (742 - 814)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
dit is een mega goeie wibesite over karel de grote
BeantwoordenVerwijderenik ben blij dak diene website heb gevonden
haha ja dat is waar wij hadde da nodig voor geschiedenis en ik vond da zelfs ny op wikipedia deze site is echt top LOL
Verwijderenbest een goeie site xxeexx
BeantwoordenVerwijderenwikipedia is er niets tegen hahah khad dit nodig voor geschiedenis ☻
BeantwoordenVerwijderenGoeie website
BeantwoordenVerwijderenjammer dat er niets over de wetten van karel de grote staat
BeantwoordenVerwijderengshs
BeantwoordenVerwijderenkkr slechte site ik zoek juist de wetten van die kkr Karel de Kleine
BeantwoordenVerwijderen