donderdag 21 mei 2009

Geschiedenis van piraten

Vanaf het begin van de scheepvaart in de oudheid heeft piraterij bestaan, onder andere Chinese piraten, Barbarijse piraten aan de Middellandse Zee en in de Nieuwe Wereld.


Piraten vechten om een schat uit Book of Pirates van Howard Pyle
Het eeuwenoude verschijnsel van de piraterij hoort nog steeds bij de huidige internationale zeescheepvaart. Piraterij betekent het roven van goederen of het ontvoeren van mensen in verband met losgeldvordering of slavenhandel. De oorsprong van de piraterij valt samen met het begin van de scheepvaart. Met het opkomen van de overzeese handelsvaart en het bijbehorende waardetransport breidde piraterij zich snel uit.
Zeerovers vielen eender welk schip aan, van welke nationaliteit ook. Met hun doodskopvlag in de mast haalden ze de slachtoffers in, want hun schepen, meestal kotters en schoeners, waren sneller, kleiner en manoeuvreerbaarder. Ze beschoten eerst met hun scheepskanonnen hun slachtoffers, praaiden en enterden dan de schepen. Met enterhaken trok men de schepen bijeen, zodat ze tijdens de gevechten aan boord niet zouden afdrijven. De gevechten aan dek waren hevig en meedogenloos, met zoveel vechtende manschappen bijeen op de relatief kleine dekruimtes. De overlevende slachtoffers werden dan over de valreep in zee gedreven, afgemaakt of meegevoerd voor losgeld, als het een belangrijk iemand was.
Zo ook bevochten de Filibusters (verbastering van het Nederlandse vrijbuiters) en de Boekaniers in de 17e eeuw en begin 18e eeuw de Spaanse schepen die vanaf Midden-Amerika, via de Caraïben, naar Spanje zeilden met rijke buit. Op de Caraïben waren zelfs nederzettingen aanwezig, piratennesten van vogelvrij verklaarden. Ook vrijbuiters, zoals piraten en zeerovers hadden hun uitvalbasis op deze eilanden of Jamaica. Een bekende piratenhaven was bijvoorbeeld Tortuga ook wel: Île de la Tortue (schildpadeiland). Een zeerover, die in handen viel van de nationale autoriteiten, kreeg zo de strop, aan de galg of men werd opgehangen aan de hoogste ra.
Kapers in dienst van een overheid bedienden zich van dezelfde methodes als piraten. In 1856 werd deze door de staat geautoriseerde piraterij in de Verklaring van Parijs officieel afgeschaft, maar nog in de twee wereldoorlogen van de twintigste eeuw gebruikte men de kaapvaart als middel van zeeoorlog. Er waren al eerdere pogingen geweest om kaapvaart te verbieden. Al in 1785 sloten de Verenigde Staten en Pruisen een vriendschapsverdrag waarin dit werd opgenomen. Vanaf 1792 probeerde Frankrijk zonder succes dit op te nemen in verdragen met andere landen. Ook de poging van de Verenigde Staten in 1823 om met Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Rusland tot een dergelijk verbod te komen mislukte.

3 opmerkingen: